Het befaamde Arcadië Trio is op zondag 11 november om 15.00 uur te gast in t Mosterdzaadje. Het
bestaat uit klarinettist Steven Geraads, cellist Timothée Busch en pianiste Henriëtte Wirth.
Uitgevoerd worden prachtige trios Beethoven, Bruch en Schumann.
De musici leerden elkaar kennen tijdens hun studie aan het Utrechts Conservatorium. Zij geven
concerten door heel Nederland en in België. In 2011 maakten zij hun debuut in de kleine zaal
van Muziekcentrum Vredenburg te Utrecht. In 2015 leidde een tournee hen naar Spanje alwaar zij
concerten gaven in Madrid en Léon. Het Arcadië Trio heeft live opgetreden op zowel Radio 4 als
Radio 1.
Ludwig van Beethoven schreef het pianotrio opus 11 in 1797, origineel voor klarinet, cello en
piano. Hij componeerde het voor de internationaal beroemde klarinettist Joseph Beer (1744-1812)
en droeg het op aan Gravin Maria Wilhelmina van Thun. Op verzoek van de uitgever bewerkte
Beethoven dit trio ook voor viool, cello en piano. Het werk kreeg de bijnaam Gassenhauer Trio.
De naam Gassenhauer stamt al uit de 16e eeuw en betekent volkslied of smartlap. De renaissance
luitist Hans Neusiedler (1508-1563) schreef al Gassenhauers. Liederen of melodieën die door
iedereen gezongen of gefloten konden worden en te horen waren in de smalle Weense straatjes,
die daar Gassen heten. Het derde deel van dit Beethoven trio bestaat uit negen variaties over
een thema uit de in die tijd populaire komische opera van Joseph Weigl Lamor marinaro ossia Il
corsaro. Speciaal de zeer geliefde melodie Pria chio limpregno (Voordat ik aan het werk ga)
hoorde je overal in de Weense Gassen.
Max Bruch schreef 8 stukken opus 83 voor klarinet, altviool en piano voor zijn zoon Max Felix.
Die had zich in die tijd tot een bekwaam en beroemd klarinettist opgewerkt en zijn spel werd
door tijdgenoten geroemd om zijn mooie klank en frasering. Uiteraard liet dit zijn vader ook niet
onberoerd en zodoende kwam hij op het idee om de zachte klanken van de altviool en de klarinet
tegenover elkaar te zetten in dit werk. Zoals velen in zijn tijd werd Bruch sterk beïnvloed door
de kamermuziekwerken van Robert Schumann (onder anderen Märchenerzählungen, Romanzen en diverse
Fantsiestücke) waarin de klarinet ook vaak een hoofdrol vertolkte, wat zowel aan de keuze voor
de instrumenten als aan de stijl te merken is. Oorspronkelijk gebruikte Bruch harp in plaats van
piano in drie van de acht stukken, hetgeen nog terug te horen is in nr. 5 en 6. Het werk ging in
première in Bonn in 1909.
Robert Schumann schreef zijn eerste pianokwartet al op achttienjarige leeftijd. Daarna schreef
hij lange tijd geen kamermuziek meer en dit stuk zou voor lange tijd het enige in zijn soort
blijven. Pas in 1842 pakte hij de draad weer op en componeerde in één jaar zeven werken voor
strijkers en piano. Een van deze werken was het Pianotrio in a klein, tegenwoordig bekend als
Fantasiestücke opus 88, nu door Steven Geraads bewerkt voor de bezetting klarinet, cello en
piano. Het trio doet denken aan de latere pianotrios van Haydn. Vooral in de eerste delen, waar
de baslijn van de piano vaak parallel loopt aan de cellopartij klinkt de invloed van de oude
meester door. De vier Fantasiestücke zijn waarschijnlijk gecomponeerd voor uitvoering in kleine
kring door amateur-musici en vallen op door hun delicate eenvoud in vergelijking met Schumanns
andere kamermuziek voor piano en strijkers. Het volksliedachtige thema uit Romanze is eenvoudig,
melancholiek, een vaag verlangen naar het onbekende. Hetzelfde thema keert terug in het eerste
deel van Humoreske, maar dan pittiger. In het romantische Duett bewegen de klarinet en cello
zich om elkaar heen als twee stemmen in een liefdesduet. De Finale keert weer terug naar het
mars-achtige ritme uit het tweede deel, maar dit keer krachtiger, serieuzer. Dat dit allemaal
slechts een illusie is, blijkt pas in de laatste maten. De muziek sterft langzaam weg, totdat
er bijna niets meer te horen is.
Dan, plotseling, volgt een explosie van energie waarmee de Fantasiestücke definitief worden
afgesloten.
Steven Geraads studeerde aan het Utrechts Conservatorium bij Celeste Zewald en Hein Wiedijk.
Tijdens zijn studie maakte hij onder andere deel uit van het Nederlands Studenten Orkest, het
Nederlands Studenten Kamerorkest en het J.Pz. Sweelinck Orkest te Amsterdam. Steven volgde
masterclasses bij onder meer Karl Leister, Wenzel Fuchs, Herman Braune, Miguel Espejo en Arno
Piters. De afgelopen jaren remplaçeerde Steven bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest, onder
leiding van dirigenten als Mariss Jansons en Eliahu Inbal. Hij is erg actief in de kamermuziek
en maakt naast het Arcadië Trio tevens deel uit van Trio Trajectum en vormt een duo met
pianiste Henriëtte Wirth.
Timothée Busch behaalde in 2009 zijn Master of Music, behorende tot de klas van Timora Rosler
en Ran Varon op het Utrechts Conservatorium. Afgelopen jaren gaf hij concerten in onder anderen
Frankrijk, Duitsland, België en Nederland met onder andere het Arcadië trio, het Rietveld
kwartet, het Duo Ponticello en het Busan Ensemble. Met enige regelmaat remplaceert Timothée in
het Gelders Orkest en bij het Nederlands Begeleidings Orkest. Ook is hij lid van het Ciconia
Consort. Verder nam hij deel aan festivals in Zweden en Duitsland en volgde hij masterclasses
bij onder andere Rafael Wallfish, Torleif Thedéen, Daniel Müller-Schott, Gustav Rivinius en
Leonid Gorokhov.
Henriëtte Wirth studeerde Muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht en piano aan het
Utrechts Conservatorium bij Klára Würtz en Paolo Giacometti. Vervolgens studeerde zij
klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium Brussel bij Herman Stinders en pianoforte Bart
van Oort aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Henriëtte is klavecinist van het oude
muziekensemble La Favorita en organist van het Castello Consort, een ensemble dat zich
specialiseert in de historische uitvoeringspraktijk van 17e-eeuws repertoire. Sinds 2007 is
zij met veel plezier als piano- en klavecimbeldocent verbonden aan het cultuurcentrum van de
Universiteit Utrecht. Hiernaast speelt Henriëtte barokharp en zingt renaissance polyfonie.
|