Op vrijdag 30 november om 20.00 uur wordt Schuberts Winterreisse uitgevoerd door de pianist
Patrick Hopper en de bariton Joost van Tongeren. Deze cyclus, een meesterwerk, bevat de meest
huiveringwekkende liederen, geschreven aan het eind van zijn heel korte leven.
In 2006 debuteerde dit duo met Schuberts Winterreise in t Mosterdzaadje. Het kerkje barstte
zowat uit zijn voegen, zoveel publiek kwam er op af. Daarna kwamen zij regelmatig terug, maar
Winterreise hebben zij sindsdien niet meer uitgevoerd. Een herneming nu dus op de plek waar hun
samenwerking begon, 12 jaar geleden!
Winterreise is wel de bekendste liederencyclus en daarmee waarschijnlijk ook de meest gezongen.
Een originele keuze is het dus niet, maar geen liederenzanger kan om deze cyclus heen. Nam de
Duitse bariton Dietrich Fischer-Dieskau hem niet acht keer op? Het geeft wel aan dat het een
groeistuk is waarmee je nooit klaar bent. Het verhaal is niet zo ingewikkeld; een jongeman vind
de liefde bij de molenaarsdochter van de stad. Helaas blijkt hij in het tweede lied al aan de
kant gezet voor een rijkere kandidaat. Alleen in dat lied lijkt de hoofdpersoon zich op te
winden over de situatie. Daarna rest alleen maar gelatenheid en zelfmedelijden. Hij gaat te
voet op reis, zo ver mogelijk van haar vandaan. Waarheen maakt hem niet uit. Hij wordt in beslag
genomen door de beek, zijn tranen, de kou, de sneeuw en het ijs. Hij droomt van het voorjaar,
zijn hart springt op bij het horen van de postkoets, hij ziet zichzelf als grijze man door de
rijp op zijn haar, maar helaas, ook dat is niet waar. Zijn gedachten worden steeds meer verward
en surreëel. Hij verzoent zich met zijn lot, weet dat hij zal sterven. In het laatste lied ziet
hij de orgeldraaier, maar niemand anders lijkt die te kunnen zien en zelfs de honden, die grommen
slechts als ze bij hem in de buurt komen. Ach orgelman, kan ik niet mee met jou? Mijn liederen
zingen begeleid door jouw draailier?
|