et was 1974, ik was 23 jaar. Een jonge moeder met een
dochter Katja op de Spaarnbergkleuterschool en een zoon
Arent van twee jaar. Desondanks had ik mijn aktes A en B
voor het kleuteronderwijs op zak. Duo banen in het
onderwijs bestonden nog niet en de combinatie werken en
gezin was in die jaren nog niet zo vanzelfsprekend. Toen
ik na een sollicitatie bij een in mijn ogen nogal deftige
oudercommissie werd aangesteld, samen met Betty Bourree,
begon een lange loopbaan die nu, na bijna 34 jaar later
gaat stoppen. Ik werkte met Betty en met Manna Kwekkeboom
in de Berea aan de Patriciuslaan. Draaide twee groepen
en ging tussen de middag met de kinderen ook nog naar een
overblijfproject in Haarlem Noord. Energiek en jeugdig,
niets te veel. Toen zoonlief naar de kleuterschool ging,
pakte ik de draad van studeren weer op. Mijn hersens
snakten naar voer. Ik ging naar de opleiding Sociale
Pedagogiek van Het Nutsseminarium aan de Universiteit van
Amsterdam. Een part time opleiding speciaal voor
onderwijsmensen. De jaren die volgden stonden in het
teken van studie. Het was ook in die tijd dat de discussie
woedde over de integratie van kleuterschool en de lagere
school. Op grond van toen allemaal
ontwikkelingspsychologische redenen, was ik er een fel
tegenstander van. Er is ook veel kennis aan onderwijs aan
kleuters verloren gegaan en de aanpassing is van onder
naar boven gegaan. Ik schreef er een scriptie over stapte
met Arent over naar het Vrije Schoolonderwijs. Op dit
moment begint de roep weer om kleinschaligheid, en
terecht.
en peuterzaal moest ook in de beginjaren aan regels
voldoen. Het aantal kinderen was maximum 14 op twee
leidsters. Een weelde. Later werd het 16 en nu is het
18. En heus peuters zijn veranderd, en dat komt niet
omdat ik nu ouder ben en verzucht: Die jeugd van
tegenwoordig. Peuters, maar ook de ouders zijn
veranderd. Ouders hebben het druk en de kinderen zijn
het.
Het werk op de peuterspeelzaal nu is eigenlijk
vergelijkbaar met hoe het op de kleuterschool toeging.
Wat toen een kleuter was is nu een peuter. Hun cognitieve
en sociale ontwikkeling is verder dan dertig jaar
geleden. Hoe zou dat over weer dertig jaar zijn?
k studeerde in 1982 af. Had mijn eerste graad
onderwijsbevoegdheid maar bleef voor de peuters kiezen.
Heel bewust en niet uit gemakzucht. Hoe meer je met
peuters werkt hoe meer je beseft dat deze leeftijdsfase
zo bijzonder is. Er kwam naast het peuterspeelzaalwerk
iets op mijn pad waarin ik me helemaal kon uitleven.
’t Mosterdzaadje, het oude kerkje aan de Kerkweg, dat
wij kochten toverden mijn man en ik om in een
prachtige concertzaal en expositieruimte. In 1983, na
een klus die je maar één keer in je leven doet, gingen
de deuren van ’t Mosterdzaadje open. Tot op de dag van
vandaag en in de toekomst zijn er twee keer per week
concerten te beluisteren. Mijn werk daaraan is
veelomvattend en kost behoorlijk wat tijd.
nmiddels werd ik verslaggeefster bij een weekblad en
volgde mede daardoor nauwgezet de politiek. Ik werd
aangesteld in het bestuur van de bibliotheek en de
emancipatie commissie. In beiden heb ik wel 12 jaar
zitting gehad. Gevochten voor behoud van filiaal
Santpoort, dat uiteindelijk jaren later toch sneuvelde.
Gepleit hebben we in de emancipatie commissie voor
continue schoolroosters, maar ook dat is er niet van
gekomen. De kans is groot dat het er uit nood alsnog
komt vanwege de overblijfverplichtingen.
De peuterspeelzaal verhuisde naar de Dinkgrevelaan. Een
heerlijke plek. Nadat Adrie Lindhout, waarmee ik een
jaar of zeven werkte, terugkeerde naar het onderwijs
kwam ik er samen in een groep met Hetty. Een beter op
elkaar afgestemd team is niet te bedenken. Een half
woord is genoeg en onze ideeën over begeleiding lopen
gelijk. Een sinterklaasliedje in mei is absoluut geen
probleem als dat zo uitkomt. En veel spelen. Spelen,
spelen en nog eens spelen. Daar leren de peuters het
meest van. Met elkaar, met zand, water, klei, papier en
plaksel. Initiatieven van peuters honoreren en ze
aanmoedigen in zelfredzaamheid. Hetty en ik genieten
van de grappige eigenheid waarmee peuters zich
manifesteren. Gedrag waar je als ouders vaak het de
handen in het haar zit. Want de peuterleeftijd mag dan
leuk zijn voor de juf die na een paar uur haar taak
beëindigt, voor de ouders is de peuter een puber met
alle grillen en nukken van dien. Zo ’s morgens bij de
koffie op zaal is dat onder lotgenoten een geliefd
onderwerp van gesprek. Iedereen kan zo’n lieve peuter
wel eens achter het behang willen plakken. En dat is een
troostrijke gedachte.
n dan de verhaaltjes. De onderwerpen meestal ingebracht
door een peuter zelf die iets heeft meegemaakt of gewoon
een verzoeknummer (bijvoorbeeld ziek of spoken). Dan
komen de poppen Dokus, Marieke, Lammetje en juffertje
Blauw en beleven we hele avonturen. Heel soms moeten de
poppen blijven hangen omdat er in de groep iemand bang
voor is. Laatst zei een jonge vrouw achter de kassa van
de Dekamarkt: U was mijn juf en ik vond de verhaaltjes
van Dokus altijd zo leuk. Ja, de peuters van mijn eerste
jaren zijn nu al zover dat ik hun kinderen weer in de
groep krijg. De peuters van toen komen alweer met hun
kinderen bij Olleke Bolleke.
e peuterspeelzaal ging opnieuw verhuizen. Alles ruim,
nieuw en licht. Vooral veel zonlicht dat onbarmhartig het
lokaal van de voormalige Juliana van Stolbergschool
binnenviel. Geld voor een zonnescherm was er niet meer.
Geld voor de Stichting Welzijn Velsen werd ook steeds
minder. De gemeente koos voor asfalt en niet voor sociale
infrastructuur. Bezuiniging op bezuiniging volgde en zo
moesten we twee jaar geleden een lokaal inleveren.
Achttien temperamentvolle peuters in één lokaal en een
gang waar het onbehaaglijk vertoeven is. Fietsen op de
gang en schilderen op de gang....het leek wel of de
kinderen elkaar met spelen alleen nog maar in de weg
zaten. Dankzij de klimaatverandering groeiden de
momenten waarop de deur naar buiten open kon. Intussen
waren Hetty en ik nog nooit zoveel verkouden geweest van
het dienstdoen in een tochtige gang.
e oudercommissie hield een enquête over de zo
ontstane behuizing. Er volgden gesprekken. Hetty en
de juffen Carla en Lucia hielden de moed er helemaal
in. En terecht. Want vanaf de zomervakantie beschikken
we weer over twee lokalen. Ik ga het als juf niet meer
meemaken. Op een gegeven moment moet je een beslissing
kunnen nemen. Ik laat Olleke Bollke in heel goede handen
achter. En als er nu het beeld is geschapen van een juf
die de laatste jaren met tegenzin haar werk deed, dan
moet ik dat nog even recht zetten. Behalve dat ik in het
algemeen peuters geweldige mensen vind, ongekunsteld en
puur, had ik ook nog het bijzondere genoegen mijn eigen
drie kleinkinderen in de groep te hebben. Ik was behalve
juf ook nog juf oma.
inderen om voor te zorgen zijn dus nog voorhanden. Werk
heb ik meer dan genoeg aan het organiseren van de
concerten in ’t Mosterdzaadje. Een plek waar weinig
ouders van peuters komen. Juist dáár kun je even die
accu opladen, want dat heb je wel nodig met die
heerlijke kinderen om je heen de hele dag. Dus als
jullie me missen....kom dan eens in ’t Mosterdzaadje.
eel veel dank aan alle ouders die zich elke keer weer
als oudercommissielid inzette voor het
peuterspeelzaalwerk. Dank aan de ouders die hun kinderen
aan mij toevertrouwde (kreeg net vorige maand mijn
bewijs van goed gedrag) en dank aan de collega’s,
waarmee ik samenwerkte. Dank aan Stichting Welzijn die
ondanks bezuinigingen er altijd het beste probeerde
uit te halen.
Er moet ergens een leven vóór de peuterspeelzaal zijn,
maar voor mijn gevoel was het mijn hele leven.
Tot ziens,
Paula